Blok 3 

Tijd van monniken en ridders

400 - volksverhuizing

600 - 800 predikers trekken rond

768 - 804 Karel de Grote is koning en keizer

Een nieuwe plek

De Romeinse generaals kregen allemaal ruzie met elkaar. Hierdoor waren de Romeinse grenzen niet meer beschermd en konden andere landen makkelijk binnendringen. De meeste Romeinen trokken weer terug naar Rome om daar te gaan wonen en het gevecht op te gaan lossen.

De volken die nu in het land kwamen wonen waren de Friezen( noorden), Saksen ( oosten) en de Franken( zuiden).

De Friezen voerde veel handel met hun schepen. Zij bouwden hun huizen op terpen. Dit zijn bergen die hun huizen beschermden tegen het water.

De eerste christenen

Het christendom is een geloof dat na de Romeinse tijd populair werd. Veel mensen gingen nog maar in 1 god geloven. De Romeinen vonden dit niet goed en gingen deze mensen vervolgen en vermoorden.

De christenen ( volgelingen van Jezus) gingen hun verhaal doorvertellen. Deze mensen trokken door het hele land om over het geloof te vertellen: predikers.

Veel Germanen werden hierdoor ook christen.

Op plekken waar eerst Romeinse tempels stonden, werden nu kerken gebouwd.

Klooster

Mensen gingen in een klooster leven om dicht bij god te zijn. In het klooster moest je je aan bepaalde afspraken houden. 

Monniken waren altijd druk bezig. Ze schreven boeken over, waren aan het bidden of zorgden voor de tuin of elkaar. Alles wat je nodig had, was er in het klooster te vinden.

monnikenwerk: Heel veel en saai werk.

Karel de Grote

Karel de grote werd koning van de Franken. Hij wilde zijn land nog meer uitbreiden. En uiteindelijk werd zijn land ongeveer net zo groot als het oude Romeinse Rijk.

Karel de Grote had een groot land veroverd. Hier hoorde Nederland ook bij.

Hij verdeelde dit land in gouwen. Dit zijn een soort van provincies. Omdat hij niet op alle plekken tegelijk kon zijn, stelde hij leenheren aan. Dit zijn personen die het land in de gaten houden wanneer hij er niet is.

Karel de Grote was een Christen. Hij wilde ook dat heel zijn volk christen werd. Hier deed hij alles voor, zoals oorlogen voeren. De paus vond dit super goed en kroonde hem daarom in 800 tot keizer.

 

De laatste jaren van zijn leven woonde Karel de Grote in de Duitse stad Aken. Daar werd hij in 814 ook begraven. Nu is zijn paleis een grote kathedraal 

Midden in de stad. Zijn troon en zijn graf kun je er nog steeds bekijken.

Een kathedraal is een grote katholieke kerk. Een kathedraal staat in de stad waar de bisschop woont.